Voorbeeld omtrent dwaling:

P. Slim biedt zijn springpaard aan G. Stal te koop aan. Stal gaat kijken en raakt erg geïnteresseerd. Het paard blijkt over een geweldig springvermogen te beschikken en ook Stal kan er erg goed mee overweg. Verder blijkt het paard naar aanleiding van een recentelijk uitgevoerde veterinaire keuring kerngezond. Stal vraagt nog aan Slim of het paard makkelijk de trailer ingaat, want hij wil geen 'toestanden' op een concours. Slim antwoordt hierop: "volgens mij wel". Stal besluit het paard te kopen en betaalt de koopsom. Voorts spreken partijen af dat het paard door Slim de volgende dag aan Stal geleverd zou worden.

Een maand nadat het paard geleverd is, besluit Stal om met het paard aan een concours deel te nemen. Het paard weigert echter om de trailer in te gaan. Stal en te hulp geschoten derden krijgen met geen mogelijkheid het paard in de trailer. Het paard raakt volledig in paniek. Stal probeert het de volgende week nog eens, maar ook hierbij wordt het gewenste resultaat niet bereikt. Van een medewerker van Slim hoort Stal dat Stal bij aflevering het paard een kalmeringsspuitje heeft gegeven. Stal is woedend en wil van de koopovereenkomst af.

In deze casus staat vast dat Slim behoorde te weten dat het 'makkelijk laden' voor Stal essentieel was. Weliswaar heeft Slim hieromtrent geen garantie gegeven, echter het had op zijn weg gelegen om in ieder geval te onderzoeken of het paard makkelijk de trailer in te krijgen was. Aan de andere kant kan gezegd worden dat Stal ook kon onderzoeken of het paard makkelijk de trailer in ging. Beide partijen hebben dus iets verzuimd. Bij dwaling prevaleert echter de mededelingsplicht van de verkoper, terwijl van de koper slechts enige onderzoeksactiviteiten verwacht mag worden. Bovendien is Stal – achteraf – gebleken dat Slim het paard een kalmeringsmiddel heeft toegediend.

Bij een onderzoek naar verborgen gebreken dient de dierenarts vast te stellen of het paard voor de koop leed aan een bepaalde ziekte of aandoening (antedateren). Deze vraag moet zo spoedig mogelijk na de koop worden beantwoord. Dit in verband met de antedateringstermijnen. Verder is het zo dat de koper de verkoper zo spoedig mogelijk op de hoogte moet brengen van het geconstateerde gebrek.  

Antedateren is het vaststellen dat een aandoening reeds voor een bepaalde datum (veelal de datum van levering) bestond. Dit geschied veelal door uitgebreid klinisch en diagnostisch onderzoek. Hierbij wordt uitgegaan van de kortst mogelijke bestaansduur van de aandoening. Het is in veel gevallen derhalve goed mogelijk dat de aandoening reeds langer bestond. In het navolgende zullen antedateringstermijnen aangegeven worden van enige veel voorkomende aandoeningen.

Antedateringsvoorbeelden:

  • Cornage is een verlamming aan de stemband en kan een verborgen gebrek zijn. In de rechtspraak wordt een antedateringstermijn van vier weken gehanteerd.
  • Koliek wordt in de regel niet als een verborgen gebrek beschouwd. Als het paard echter korte tijd later weer koliek krijgt, kan dit wel aanduiden op een verborgen gebrek.
  • Maanblindheid is een aandoening waarbij zowel de lens als de iris kunnen zijn betrokken. Afhankelijk van de aandoening kan hier een antedateringsperiode van acht weken vastgesteld worden.
  • Bij kribbebijters kan de dierenarts aan de hand van de slijtage van de tanden de antedateringstermijn vaststellen. Bij paarden die luchtzuigen kan onderzocht worden of in het verleden een keelband is gebruikt. In het algemeen geldt dat het antedateren van stalondeugden zeer kort is (enkele dagen!).
  • Spat is een specifieke vorm van arthrose, waarbij de antedateringstermijn afhankelijk is van het karakter van de röntgenologische veranderingen (tot drie maanden).
  • OC is een storing in het verbeningsproces van het kraakbeen, waarbij bij paarden tot één jaar slechts een zeer korte antedateringstermijn wordt aangehouden van circa drie weken. Bij paarden ouder dan één jaar wordt een antedateringstermijn van circa drie maanden aangehouden.
  • Het antedateren van ataxie is alleen mogelijk als een duidelijke oorzaak kan worden vastgesteld.

In het vorenstaande zijn slechts ter illustratie enige aandoeningen en antedateringstermijnen nader uiteengezet. Opvallend is dat deze antedateringstermijnen kort zijn. Bij het constateren van een aandoening is het raadzaam om direct een dierenarts te raadplegen.

In de praktijk komt het nogal vaak voor dat eigenaren het eerst een tijdje aanzien alvorens de expertise van een dierenarts wordt ingeroepen. Dit bemoeilijkt logischerwijze het antedateren van betreffende aandoening.

Wanneer vaststaat dat het paard voor de koop reeds aan een ziekte leed, kan aangenomen worden dat het geleverde paard niet beantwoordt aan de koopovereenkomst. De koper mocht er immers op vertrouwen dat hij geen ziek paard kocht. In dat geval kan de koopovereenkomst op grond van het verborgen gebrek worden ontbonden, mits dit gebrek de ontbinding wel rechtvaardigt. Een verkoudheid van voorbijgaande aard zal in de regel geen ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigen. De aandoening moet van blijvende aard zijn dan wel het paard ongeschikt maken voor het doel waarvoor het is aangeschaft.