Paardensport

De paardensport is uniek, niet in de laatste plaats omdat het de enige Olympische sport is waarbij dieren worden gebruikt. Critici vragen zich af of dit wel een sport is, omdat van de ruiter kennelijk weinig lichamelijke inspanning gevraagd wordt. De paardensport is onderverdeeld in tal van vormen, zoals de draf- en rensport, waarbij het met name om snelheid gaat. Van oudsher is er de vossenjacht, het mennen (ook wel het aangespannen rijden genoemd), maar er zijn ook nieuwe varianten zoals Horseball en Natural horsemanship, waarbij paarden worden getraind en opgeleid via kennis van instinct en communicatie. In dit rijtje mogen de polosport (hockey op het paard) en de voltige niet ontbreken. Bij voltige voeren gymnasten lenigheidsoefeningen uit op de rug van het paard. Voorts is er nog het westernrijden, waarbij de ruiter in cowboy tenue snelle stops maakt, spint, koeien vangt en lasso’s werpt. Drie paardensporten zijn het bekendst, tellen de meeste beoefenaars, leveren het meeste geld op en genieten een Olympische status. Dit zijn de spring- en dressuursport en de eventing (voorheen military).

Opmerking verdient dat de naam military is vervangen door eventing vanwege het negatieve imago. Niet elk paard overleefde namelijk de militarysport. In dit boek zullen de imagobeschadigende aspecten van de spring- en dressuursport en de eventing nog aan bod komen. De internationale paardensport wordt geregeld door de sportfederatie Fédération Equestre Internationale (F.E.I.) en in Nederland door de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (K.N.H.S.). De K.N.H.S. is in 2002 opgericht en is een samensmelting geweest van tal van versplinterde federaties. De K.N.H.S. telt bijna 200.000 leden en is daarmee één van de grootste sportbonden in Nederland. De K.N.H.S. heeft in haar missie de aandachtspunten paardenwelzijn en het verantwoord omgaan met paard en pony opgenomen. Hoofdzakelijk houdt deze vereniging zich bezig met het verstrekken van startkaarten, het verzorgen van opleidingen, toezicht en handhaving, het opstellen van wedstrijdreglementen en het organiseren van wedstrijden en kampioenschappen. Ongeveer 400.000 mensen rijden actief paard. Jaarlijks bezoeken tienduizenden mensen de grote evenementen. Elk weekend is er wel een wedstrijd.

Ook worden er verschillende competities en kampioenschappen uitgeschreven en kent de paardensport Nederlandse, Europese en Wereldkampioenschappen en – zoals reeds vermeld – de Olympische Spelen. Ook de clinics, de hengstencompetities, de workshops, de educatieve evenementen en de shows mogen zich verheugen op grote belangstelling. Daarnaast organiseren de stamboeken eveneens tal van evenementen, competities en uiteraard keuringen. De manege neemt in de paardensport een belangrijke plaats in. Vaak vindt het eerste contact met het paard in een manege plaats. Ook bieden de maneges in Nederland accommodatie voor de wedstrijdcombinaties. Bijna elke manege is wel verbonden aan de rijvereniging die zorg draagt voor instructie aan wedstrijdruiters en het organiseren van wedstrijden. De Federatie van Nederlandse Ruitersportcentra vindt haar oorsprong in 1930, waar de rijschool nog in het teken stond van het op traditionele wijze leren paardrijden. In de jaren zestig ontdekte Nederland massaal het paardrijden en beleefde stormachtige tijden.

Paardrijden werd zo populair dat de grote vraag naar rijlessen nauwelijks kon worden bijgehouden. Hierdoor ontstond een enorme groei van stallen en rijscholen en lukte het de Federatie niet meer om het niveau van de rijkunst te bekwaken. Hierdoor heeft de Federatie zich genoodzaakt gezien om haar taken om te buigen naar het geven van voorlichting aan zowel manegehouders als consumenten. Nederland telde op dat moment zo’n 20 ruitersportcentra. Tijdens de ledenraadvergadering van 9 december 2003 is besloten de naam van de Federatie van Nederlandse Rijscholen te veranderen in Federatie van Nederlandse Ruitersportcentra. De reden hiertoe was de verbreding van de F.N.R.S., waardoor niet alleen rijscholen maar ook pensionstallen en andere hippische accommodaties zich konden aansluiten. Op 14 december 2005 vierde de F.N.R.S. haar 75-jarig bestaan en kon hierbij circa 350 leden begroeten. De F.N.R.S. streeft naar verbetering van de ruitersportcentra op het gebied van kwaliteit, veiligheid en klantvriendelijkheid. Hiertoe heeft zij een sterrensysteem in het leven geroepen om door middel van de F.N.R.S. sterren aan te geven wat de kwaliteit van het ruitersportcentrum is. Een voor een consument makkelijk herkenbaar systeem.

Het systeem rekent punten toe aan de faciliteiten en activiteiten van het ruitersportcentrum. Er wordt uitgebreid stilgestaan bij de mate van kwaliteit van bedrijfsvoering en andere keuringsonderwerpen. Al deze beoordelingspunten tezamen bepalen de waardering van het ruitersportcentrum en daarmee ook direct de sterrentoekenning. De waardering van het aantal verdiende sterren op F.N.R.S. ruitersportcentra vindt plaats door gespecialiseerde en onafhankelijke keurmeesters.

Een ruitersportcentrum kan maximaal 5 sterren verkrijgen. Een vermelding verdient de Nederlandse Hippische Beroepsopleiding in Deurne waar studenten worden opgeleid voor een baan in de paardensport of als hoefsmid. Dit instituut kenmerkt zich door haar indrukwekkende faciliteiten voor zowel student als paard. Opmerking verdient dat gedurende de opleiding de studenten en hun paarden op het instituut verblijven. En wie hierbij denkt aan een ruitersportvakantie heeft het geheel mis. Een opleiding in de paardensport is zwaar en vergt enorm veel discipline en doorzettingsvermogen. Er zijn nog tal van paardenfederaties echter ik kan deze logischerwijze niet allemaal vermelden en / of bespreken. Wel verdient nog aandacht de Federatie Paardrijden Gehandicapten. Ook voor paardenliefhebbers met een beperking zijn tal van mogelijkheden tot en met deelname aan de Paralympics. Paardensport heeft een zeer positief effect op de gezondheid van ruiters en wordt dan ook vaak als therapeutisch middel toegepast. Nederland heeft zich ontplooid tot een paardennatie en kan zich op sportief niveau meten met een mogendheid als de Bondsrepubliek Duitsland.

De Nederlandse ruiters hebben zich met succes geprofileerd als toonaangevende winnaars. In het medaille overzicht van de Olympische Spelen van 1912 tot en met 2008 hebben in de individuele strijd Anky van Grunsven (dressuur) 3, Jeroen Dubbeldam (springen) 1, Dolf van der Voort van Zijp (eventing) 1 en Charles Pahud de Mortanges (eventing) 2 gouden medailles behaald. Het landenresultaat is minder succesvol gebleken. Op de Olympische Spelen in 2008 in Peking gold Nederland als favoriet voor het behalen van teamgoud in de spring- en dressuursport. Echter de afwezigheid van springruiters Albert Zoer en Jeroen Dubbeldam gooide flink wat roet in het eten. Ook het dressuurteam kampte met tegenslagen en wist haar favorietenrol niet waar te maken. Het succes van de Nederlandse ruiters op Wereldkampioenschappen begon eigenlijk op de Wereld Ruiterspelen in 1994 in Den Haag. Zo behaalde het dressuurteam van Anky van Grunsven, Ellen Bontje en Sven Rothenberger een zilveren medaille. Anky van Grunsven won de Grand Prix rubriek en behaalde een gouden medaille op het onderdeel Kür op muziek wat later haar specialiteit zou blijken te zijn. In 1998 wist hetzelfde dressuurteam aangevuld met Coby van Baalen in Rome nogmaals een zilveren medaille te behalen. Anky van Grunsven mocht een individuele zilveren medaille mee naar huis nemen.

In 2002 bleven de ruiters op de Wereldkampioenschappen in Jerez medailleloos, maar op de Wereld Ruiterspelen in Aken in 2006 kon Anky van Grunsven 3 medailles aan haar collectie toevoegen, waarvan één gouden behaald op het onderdeel Kür op muziek. Het dressuur landenteam behaalde een zilveren medaille. Met Anky van Grunsven, Edward Gal, Laurens van Lieren en Imke Schellekens-Bartels een iets andere samenstelling dan in 1998. Ook het springteam bestaande uit Albert Zoer, Gerco Schreuder, Jeroen Dubbeldam en Piet Raaijmakers deed goede zaken door een gouden medaille te behalen. In 2007 doorbrak het Nederlandse dressuurteam een Duitse hegemonie door op de Europese Kampioenschappen in Turijn een gouden medaille te behalen en wel met hetzelfde team als in Aken, maar dan met Hans Peter Minderhoud in plaats van Edward Gal. In de individuele strijd won Anky van Grunsven een zilveren en een gouden medaille en kon Imke Schellekens –Bartels 2 bronzen medailles ophalen. Het succes van Anky van Grunsven heeft zich ook vertaald in het genereren van een miljoenen inkomen.

Volgens het blad Sportweek verdiende de begenadigde amazone in 2007 een bedrag van 3,6 miljoen euro. De landelijke ponyruiter gaat nog voor de eer en het lintje, maar de meer gevorderde wedstrijdruiter zal niet vies zijn van het prijzengeld wat op de grotere concoursen valt te verdienen. Zo sleepte Adelinde Cornelissen in de dressuurrubrieken tijdens het C.H.I.O. Aken in 2008 een bedrag van bijna 28.000,00 euro binnen zonder overigens deze drie rubrieken te winnen, dat komt dus neer op een bedrag van bijna 10.000,00 per proef. Een wedstrijdruiter kan dus in de dressuur zonder te winnen een bedrag ad circa 1.000,00 euro per minuut verdienen. Vanzelfsprekend dient deze optimistische berekening wel enigszins genuanceerd te worden, want de combinatie moet voorafgaande aan de proef nog losrijden en is vaak dagen onderweg. Op hetzelfde concours wist springruiter Albert Zoer in luttele minuten een prijzengeld van 115.000,00 euro te winnen door in deze rubriek de beste te zijn. Ondanks de toegenomen populariteit van de dressuur is er nog veel verschil met de springsport voor wat betreft het prijzengeld.

Naast het springen, de dressuur en tal van andere takken in de paardensport is het ook business in de draf- en rensport. De vereniging Nederlandse Draf- en Rensport(NDR) telt 1600 leden. De wedomzet (omzet van de totalisator) was in 2000 84.4 miljoen gulden. Zo samenvattend kan worden gesteld dat prestaties in de paardensport goed worden beloond.