Kraker tegen wil en dank

Plaatsing: 29-08-2009
Publicaties >>
We nemen als voorbeeld een merrie en noemen haar Nikita.

Haar leven gaat over rozen. Haar eigenaar betaalt elke maand netjes het stalgeld en Nikita ontbreekt het aan niets. Maar dan stokken de betalingen. De schuld loopt op en de pensionhouder onderneemt stappen om zijn geld te innen. Dat heeft vooral voor de eigenaar gevolgen, maar ook voor Nikita.



Drie keer per dag voer, elke ochtend de wei in, 's middags een paar rondjes in de stapmolen en 's avonds komt de eigenaar om met haar te rijden.



Nikita leidt een paardwaardig bestaan met veel beweging en afwisseling. De pensionhouder is een paardenman in hart en nieren, weet wat zijn gasten nodig hebben en zal er alles aan doen om ze een goed leven te geven. Voortvloeiend uit de overeenkomst die hij heeft met de eigenaar van Nikita, de huurder van de box, verzorgt hij het paard. Dat doet hij vol overgave. Daar staat tegenover dat de huurder verplicht is tot het voldoen van het stalgeld. Deze wederzijdse plichten hoeven niet per se op papier te staan, een mondelinge overeenkomst voldoet ook.

Stephan Wensing: "Als de één een dienst verleent en de ander betaalt daar gedurende enige tijd voor, dan is er sprake van een overeenkomst. Een overeenkomst kan niet eenzijdig worden gewijzigd."

Tot zo ver is er niets mis. Maar dan beginnen de betalingen van de eigenaar van Nikita aan de pensionhouder te haperen. Op een gegeven moment stoppen ze zelfs helemaal. De pensionhouder is echter geen onredelijke man. Hij weet dat de eigenaar wat onvoorziene kosten in zijn leven heeft gehad en wil best een maand langer op zijn geld wachten. Maar de teler loopt door en dan komt het moment dat de pensionhouder geld wil zien. Hij vraagt het eerst vriendelijk, maar besluit om na het verstrijken van weer een week om zwaarder geschut in te zetten.



Verplichtingen opschorten

De wet zegt dat als een van de partijen haar verplichtingen niet nakomt, de ander haar verplichtingen mag opschorten. Dat kan al als één maand niet is betaald. Voor Nikita betekent dit dat de pensionhouder haar niet meer hoeft te verwennen. Hij is wel verplicht om aan een basisbehoefte te voldoen. Hij mag niet stoppen met voeren en het paard laten verhongeren.

Aan het luxeleventje van Nikita komt wel een einde, ze wordt tegen wil en dank kraker van haar eigen box. Haar eigenaar krijgt een aangetekende brief van de pensionhouder, waarin deze formeel constateert dat er een betalingsachterstand is, die binnen en redelijke termijn moet zijn voldaan. Ook geeft de pensionhouder aan dat hij een deel van de verzorging van het paard opschort. Verder is het mogelijk om de eigenaar de toegang tot de stallen te ontzeggen. Het toegang verlenen is immers ook een dienst van de pensionhouder aan de eigenaar.



Retentierecht

Gelooft de pensionhouder er niet zo in dat de eigenaar gaat betalen, dan kan hij tegelijkertijd gebruikmaken van het zogeheten retentierecht. Hij dient in een brief aan te geven dat er een betalingsachterstand is en meldt: 'ik beroep mij op mijn retentierecht'. Dit is het moment dat het leven van Nikita behoorlijk zuur wordt. De pensionhouder kan een hangslot op de staldeur hangen, evenals op de zadelkast en eventueel op de trailer van Nikita als deze op zijn erf staat. Wensing legt uit: "Zelfs als er geen slot op de eigendommen hangt, mag de huurder zijn spullen niet weghalen. Als de pensionhouder gebruikmaakt van zijn retentierecht en de huurder neemt zijn eigen spullen toch mee, begaat deze een strafbaar feit! Stel het paard verdwijnt toch, dan kan de pensionhouder het paard terugeisen als ware híj de eigenaar."

Nadeel van het retentierecht is dat de kosten gewoon blijven oplopen. "Er kan een patstelling ontstaan. Toch mag de pensionhouder het paard nooit verkopen. Dat kan pas na tussenkomst van de rechter. Deze kan beslissen dat het paard verkocht mag worden om de kosten te dekken. Weet je als pensionhouder dat de waarde van het paard nooit groot genoeg is om de kosten te dekken, dan kun je beter geen gebruikmaken van het retentierecht en het paard door de huurder laten weghalen om zo de kosten niet onnodig te laten oplopen". In het geval van Nikita is de schuld niet zo hoog dat de rechter zich over het probleem buigt.



Deurwaarder

Gelukkig voor de pensionhouder zijn er nog meer middelen om aan zijn geld te komen. Los van het opschorten van zijn verplichtingen en los van het retentierecht, kan hij een deurwaarder inschakelen. Wensing: "Dat kan nadat hij gebruikt heeft gemaakt van deze rechten, maar ook meteen." Reageert de huurder niet op een aanmaningsbrief van de pensionhouder, dan kan deze naar de deurwaarder stappen. "De deurwaarder krijgt een incasso-opdracht van de pensionhouder en daarmee geeft hij het innen van het bedrag uit handen."

Het voordeel van de deurwaarder is dat emoties niet meespelen, hij is puur zakelijk. Hij schrijft de huurder nog één keer aan en sommeert hem te betalen. In die brief wordt de huurder ook gewezen op verschuldigde rente, incassokosten en een mogelijke gerechtelijke procedure als hij niet betaalt. Het moge duidelijk zijn: de kosten, nog los van het verschuldigde stalgeld, beginnen op te lopen.



Uitspraak van de rechter

Eigenwijs als de eigenaar van Nikita is, blijft hij weigeren te betalen. Daarop krijgt hij een dagvaarding om voor de kantonrechter te verschijnen. Daar mag hij reageren op de vordering, maar dat hoeft hij niet. Als de rechter heeft geoordeeld dat de schuld moet worden betaald, inclusief extra kosten van de gerechtelijke procedure, gaat het snel. De deurwaarder schrijft met de uitspraak van de rechter in de hand nog één brief, waarin de huurder wordt opgeroepen om meteen te betalen. Daarna gaat de deurwaarder over tot de zogenaamde tenuitvoerlegging van het vonnis. Voordeel is dat het paard in deze procedure grotendeels buiten schot blijft. Dat geldt echter niet voor de eigenaar. De deurwaarder kan beslag leggen op al zijn goederen en bezittingen. Wensing: "Auto, inboedel, bankrekeningen, huis en ook het paard, overal kan beslag op worden gelegd. De deurwaarder heeft de volmacht om bijvoorbeeld geld van de bankrekening van de schuldenaar te halen. Staat daar niets, dan kan hij bijvoorbeeld diens huis in de verkoop doen. Ook al heeft de schuldenaar een schuld van 'slechts' 2.000 euro, zelfs dan kan de deurwaarder het huis verkopen. De schuldenaar krijgt dan de opbrengst van het huis terug, min 2.000 euro en min de kosten die de deurwaarder en de rechter hebben gemaakt."



Gelukkig hoeft het allemaal niet zo ver te komen. In elk stadium kan de huurder alsnog de schuld betalen. Blijft de huurder weigeren, dan heeft de pensionhouder middelen genoeg om zijn geld binnen te halen. Voor de huurder zullen de kosten hierdoor oplopen en ook voor het paard kunnen de procedures nadelige gevolgen hebben. Eenmaal verwikkeld in procedures zal de huurder erachter komen dat hij niet eens meer de baas is over zijn eigen spullen.

Tot slot nog een tip voor de huurder. Wanneer er onenigheid is over bijvoorbeeld de vraag of drie of vier maanden niet is betaald, is het wijs om iets op papier te hebben van de hand van de pensionhouder. Wensing: "Al was het maar op een bierviltje."
Terug